In de zeventiende eeuw werden er in IJlst veel schepen gebouwd. IJlst stond destijds in grote economische bloei door onder andere de koophandel. Door de scheepsbouw en scheepsvaart was het stadje ook zeer bekend als doorvoerplek. De stad was lange tijd economisch groter, het had meer inwoners en was machtiger dan Sneek. Echter, toen de economische groei in Sneek toenam, nam dit in IJlst juist af.

IJlst heeft een lange en rijke geschiedenis als het gaat om de scheepsbouw. In vroegere tijden waren het de belangrijkste bron van inkomsten, maar dit is in de huidige tijd erg teruggelopen. De laatste decennia werden er vooral boten gebouwd voor de recreatievaart, maar in de zeventiende- en achttiende eeuw waren dit vooral vrachtschepen. De scheepsbouw en scheepsvaart vormden destijds het fundament van het economische leven in IJlst. IJlster schippers bevoeren het Europese kustgebied en de Oostzee. Daarnaast waren enkele schippers ook actief in de walvisvaart.

Destijds bezat IJlst twee scheepshellingen. Eén bevond zich aan de zuidoostelijke kant en één aan de noordwestelijke kant. Hier werden onder andere de koffen gebouwd. Daarnaast waren er fabrieken waar schepen in elkaar getimmerd werden en erven waar bootjes gemaakt werden. Daarnaast was er een grote handel in scheepshout. De handel en de scheepvaart gingen in de achttiende eeuw achteruit, maar de houthandel bleef erg belangrijk voor IJlst.

In 1795 trof IJlst een grote tegenslag. Na de klap die de economie kreeg van de afnemende scheepsbouw, viel de overzeese handel met Engeland ook nog eens weg. Door de aansluiting bij Frankrijk in oorlog met Engeland, wat ervoor zorgde dat de handel stil kwam te leggen. Na de bevrijding van de Fransen is de scheepsbouw/scheepsvaart nooit meer geworden wat het ooit was.

  Scheepswerf Lantinga